05/2020 : And so our journey begins..

05/2020 : And so our journey begins..

‘Eigenlijk moeten alle wekkers kapot..’ mompel ik terwijl ik het knopje zoek om dat misbaksel uit te drukken. Hoewel het een erg leuke reden is dat de wekker af gaat, kan ik toch m’n lelijke opmerking niet voor mij houden. Voor mijn gevoel lig ik namelijk net pas vijf minuten te slapen.. waarschijnlijk is het ook niet heel veel langer want door de spanning toch wat onrustig geslapen. Net als altijd sluip ik als eerst het bed uit om de rest niet wakker te maken. Heerlijk om even in alle rust te douchen en mezelf gereed te maken voor de dag!

Onder de douche hoor ik m’n moeder onderaan de trap roepen of ik wakker ben. Dejavu naar mijn jeugd toen ik echt thuis woonde. Vrij logisch hoor, want ik versliep mij geregeld.Ik pak mijn laatste dingen in en leg deze bij de twee koffers die mee gaan.. “gaat het dan nu echt gebeuren..!” Mompel ik tegen mezelf. Na jaren voorbereiding, is dit dan het moment, zo midden in het Corona tijdperk? Zachtjes maak ik Sidney wakker, ‘we gaan zo, doe je zachtjes? Dan kan Jessie nog even slapen?’.

Aan de ontbijt tafel zitten mijn ouders al te wachten met koffie en een ontbijtje. Volgens mij is mijn spanning volkomen over gedragen op mijn moeder, want ze vraagt maar liefst een keer of zes of we alles, waaronder onze paspoorten, wel mee hebben. Voordat we het weten zit alles in de auto van m’n broer en staan we mijn ouders gedag te kussen. ‘Nou, eh.. ja als het goed is tot over een paar maandjes?’ Zeg ik tegen ze. ‘Wel meteen bellen als jullie geland zijn hè, en doen jullie wel voorzichtig?’ Zegt mijn moeder op een semi vragende of dwingende manier. ‘O en hebben jullie alles?’ Voegt ze er nog aan toe. ‘Ja mam, we hebben alles, we kunnen gaan!’.Voordat we de straat uit zijn, vraag ik aan Sid: ‘waar heb je de draagzak eigenlijk gedaan?’ ‘O, eh,, die ligt nog bij je ouders..’ antwoord hij. ‘Kak!’ Antwoord ik.

Goed, poging twee om de straat uit te rijden. Off we go!! Voor we het weten staan we bij de grens van België, want we vliegen tenslotte vanaf Brussel. Door Corona restricties, is er grens controle maar onze papieren zijn in orde dus we rijden zo weer verder. Niet veel later staan we in een verlaten parkeergarage van de luchthaven mijn oudste broer gedag te zeggen.

Ook de luchthaven zelf is enorm verlaten, tellend kom ik niet meer dan twintig mensen inclusief het personeel. Een voordeel is dat we, met alle baby-meuk die we bij ons dragen (lees: draag-zak, buggy, twee tassen, pop, knuffels, flessen en bekertjes, tas met baby eten en ga zo maar door) niet vergeten onze eigen jassen/schoenen en tassen lekker de tijd kunnen nemen. Geen zuchtende mede-passagiers achter ons!

Na een voorspoedige drie-uur-durende vlucht staan we op Athene luchthaven de kleine menigte te volgen. Mijn Grieks is niet zo denderend dus we volgen braaf. Aan het einde van de hal moeten we wederom wat papieren invullen. Gelukkig is er een Nederlands meisje die ons een klein beetje uitlegt wat er op het papiertje moet ingevuld worden, blijkbaar wat vragen over snotneuzen/koorts en andere mogelijke klachten, want het document is namelijk niet volledig vanuit het Grieks naar het Engels vertaald.

We worden een hokje ingeloodst, waar een kerel (tenminste ik denk dat het een kerel is want hij is zo ingepakt in plastic gelaat scherm, jassen, handschoenen etc dat het vrijwel niet meer te zien is of deze persoon nog menselijk is) een wattenstaafje tot ver in de keel steekt om vervolgens vrolijk wat rondjes te gaan draaien met dat stokje! Jessie vond het het wel spannend, ik kostte bijna de hele terminal onder. Vervolgens konden we de pijlen verder volgen naar de uitgang waar onze koffers al even op ons staan te wachten.

Bij de uitgang worden we opgehouden, de kleine menigte wordt geteld en zonder een woord, handgebaren of blikken noch blozen worden we naar buiten geloodst een bus in. Niemand, zelfs de Grieken niet, weten waar we heen gaan. De buschauffeur verteld ook niets en blijft stug voor zich uit staren, zonder onvertogen woord. Ik kijk een voor een naar alle mensen in de bus, redelijk vol by the way, sommige onrustig en andere opgeslokt door hun telefoon. Ik bedenk mij wat voor lieve schaapjes we allemaal eigenlijk wel niet zijn. Zo lekker volgzaam, zonder te weten waarheen. Ook ik merk dat ik bijzonder rustig ben onder deze vreemde situatie. Sid pakt zijn telefoon en laat mij een berichtje lezen. Hij heeft nog wat contact met wat Griekse mensen van onze voorgaande trips. ‘Yes, you have to check corona. They sent you hotel and next day you get answer if you health’ Lees ik op zijn scherm. We verblijven dus ons eerste nachtje niet op de boot maar in een hotel. Prima, een gratis hotel overnachting is niet verkeerd! We informeren het Nederlandse meisje en nog wat mensen om ons heen.

De volgende morgen worden we wat verhit wakker. Want dit hotel blijkt voornamelijk voor oudere mensen ingericht te zijn, wat betekend dat de hotel eigenaar ervan uit gaat dat deze mensen het altijd koud hebben. De temperatuur in de kamer is daarom maar liefst 28 graden continue. Dan zou je zeggen doe een raampje open, maar helaas we moeten het doen met een klein kiertje. Goede inkomer voor de temperaturen die we deze zomer gaan trotseren.

De ochtend gaat tergend langzaam voorbij. Het ontbijt op de kamer eten we dan ook zo langzaam mogelijk op om tijd te rekken. Ik kijk op de wekker, het nog steeds pas 9uur in de ochtend. Zie je wel dat het rot-dingen zijn die wekkers! De telefoon hebben we het afgelopen uur ook al meerdere keren gecheckt of deze het wel doet want met smart zitten we op een gezondheids-‘go’ te wachten om verder te mogen reizen! En deze komt na 4-5 uur aan geduld, Jessie entertainment en een stripje aspirines met wat schotjes cola, gezien ik altijd hoofdpijn krijg van bijzondere situaties.

Daarna gaat alles sneller. De taxi naar de haven, onze dinghy (Bijboot) brengt ons naar ons nieuwe huisje. Spannend voor het eerst met Jessie in de bijboot, bijna alles is voor haar maar ook voor ons ‘voor het eerst’. We stappen de boot op. ‘Ons nieuwe avontuur begint..’ zeg ik vol enthousiasme en gezonde spanning. De zon schijnt vrolijk en de wind is net gaan liggen.
We draaien de deur open en… de penetrante geur van rotte vis dringt onze neuzen binnen…

Rotte vis?!? ‘NEE..’ zegt Sidney.. terwijl hij vluchtig een blik werpt op het water rond de koelkast/vriezer. Vlug opent hij het deurtje van de “meterkast” na een vluchtige blik en wat gepriegel aan wat knopjes, kijkt hij mij aan. ‘Eh schatje… de accu’s en daarmee het hele Electra netwerk aan boord is overleden…’

Deel dit artikel:
Dali Sailing
Scroll to Top
Scroll to Top