12/2020 : Kerst en een leven in de marina
Kabam! Kabam! Kabam! Wat een natuurgeweld. De golven slaan meters boven de pier uit. Mjn ogen gericht op de horizon, waar de pier zich bevindt, roer ik wat in mijn kop thee. Ik draag een trui maar dat is helemaal niet nodig want de kacheltjes doen goed werk. Maar voor het knusse gevoel, heb ik een trui en dikke sokken aan getrokken. Het stormt buiten en niet zo een beetje ook. Alle boten gaan heen en weer. Dit zijn de momenten dat ik zo blij ben dat we voor een Catamaran hebben kunnen kiezen. Dankzij de stabiele ligging in het water en natuurlijk de veilige haven, gaan we wel wat heen en weer maar dat is niet noemenswaardig. Dus ik nestel mij lekker in het hoekje van de bank en kijk hoe jessie zoet met haar keukentje speelt.
Een kleine maand geleden..
Welkom in Fineke!
Terwijl ik het zweet van mijn voorhoofd afveeg, neem ik een grote slok koud water. Hoewel de manier van zeilen, onze manier van zeilen, meestal heel relaxt is. Moeten toch echt de handen uit de mouwen gestoken worden wanneer we moeten aanleggen in een haven. Een minuut geleden, rende ik van de ene kant van de boot naar de andere om alle lijnen te gooien en te beleggen, en de moorings strakker dan strak te beleggen. In de tussentijd probeer ik Sid zijn ogen te zijn, op de plaatsen waar hij net niet kan kijken vanaf zijn positie achter het roer. Dit zijn de momenten waarop ik mij afvraag, waarom we zo een grote boot hebben gekozen haha.
Inmiddels zijn we goed ingespeeld op elkaar, en leggen we in een recordtempo de boot goed vast zodat we opgewassen zijn tegen de winter die eraan komt. Hoewel hier in Turkije de winters veel zachter (lees: bijna zomers) zijn dan in Nederland, is het alsnog mogelijk behoorlijk vies weer tegen te komen. Terwijl ik nog een grote slok neem, gooit Sid mijn zeilhandschoenen naar mij toe. ‘In ieder geval fijn dat je ze hebt he?’ zegt hij.
Nadat we een lunch naar binnen hebben gepropt, gaan we op ontdekking. “Echt aangenaam verrast ben ik, over Turkije” zeg ik tegen Sid, terwijl we langs het kleine kanaaltje lopen. Het kanaaltje loopt door het dorp Fineke, aan weerzijde sinasappelbomen en bruggetjes bedekt met prachtig groen. We zijn op zoek naar de markt, waar we later een dikke tas vol het allerbeste fruit en groente ever shoppen, voor minder dan tien euro(!). Alles is hier spotgoedkoop, zeker nu de Lira zo laag staat. Op de terugweg lopen we door het prachtige grote groene park, voorzien van maar liefst drie speeltoestellen voor Jessie en dat aan een enorm lang zandstrand grenst, terug richting de marina.
Het community leven kan beginnen
Terwijl ik in mijn tas graai, op zoek naar het pasje wat het hek van de marina doet openen, gaat het hek al open. Een vriendelijke vrouw lacht ons tegemoet en knikt naar het pasje in haar hand. “Jullie zijn Nederlands?” vraagt ze met een Frans accent. “Jazeker, en u zo te horen ook!” beantwoorden we. Ze is bijna 80 en haar man ook trouwens, zeilen sinds een jaar of vijf de wereld over. Haar vibe is relaxt en ze waardeert het leven vol! Wat een mooi mens. In deze vijf minuten kletsend krijgen we meerdere uitnodigingen. Zo is het de dag erna een andere havenbewoner die gaat optreden in het clubhuis en met kerst voor de deur, krijgen wij ook daar een uitnodiging voor!
‘Ken je het programma “We zijn er bijna” van omroep Max?’ grinnik ik naar Sid. Het is de volgende dag en we zitten, corona-proof, op het grasveldje te luisteren naar de muziek. ‘Ik dacht precies hetzelfde!’ lacht Sid terug. Omringt door stuk voor stuk mooie mensen, maar wel allemaal op leeftijd. We schatten in dat de gemiddelde leeftijd 65plus is, totaal niet erg want ze hebben stuk voor stuk echte verhalen vol ervaring. ‘Ons community leven is officieel begonnen’ vul ik aan. ‘En I lof it! zeg ik lachend tegen Sid. En dat meen ik ook, jammer dat er weinig kinderen zijn voor Jessie maar ik heb wel zin om hier even te verblijven. Nog niet wetend dat er een paar dagen later alsnog twee gezinnen arriveren met jonge kinderen. Lucky Jessie.